Volgen van de ontwikkeling van de kinderen

Wij vinden dat in ons onderwijs het kind centraal moet staan: niet de methode, maar ieder kind is uniek en wij willen daar ook naar handelen. In de praktijk betekent dit dat we op SWS De Kring kinderen niet als groep benaderen, maar op de eerste plaats als volwaardig persoon met eigen aanleg en mogelijkheden. Voor alle groepen is er een standaard ontwikkeld, die garant staat voor signalering van leer- en gedragsproblemen.

 

De groepsleerkracht signaleert op 3 manieren:
Observatie:
Dit gebeurt iedere dag tijdens werk- en speelsituaties, maar er zijn ook gerichte observaties.
Beoordeling gemaakt werk:
Dagelijks wordt schriftelijk werk door de groepsleerkracht ingezien en beoordeeld.
Toetsen:
Voor toetsing van leerresultaten en ontwikkeling wordt gebruik gemaakt van methode-gebonden toetsen en methode-overstijgende toetsen (Cito). Cito toetsen zijn er om de prestaties van de kinderen te meten aan het landelijk gemiddelde. Wij houden hiermee ook de prestaties van uw kind in de gaten en kunnen tijdig ingrijpen als er afwijkingen zijn in de leerlijnen. Het onderwijsaanbod wordt na de toetsing op maat gemaakt, voor kinderen die iets moeilijk vinden of juist veel te makkelijk.
Door deze landelijke toetsen zorgen we er ook voor dat ons onderwijs op peil blijft. Ze zijn een middel voor ons om ons onderwijs te evalueren.

 

Op school volgen we de kinderen op de volgende onderdelen met het Cito leerlingvolgsysteem:

  • Lezen: technisch lezen en begrijpend lezen voor de groepen 3 t/m 8,
  • Taal voor kleuters voor groep 2
  • Spelling voor de groepen 3 t/m 8
  • Rekenen en Wiskunde voor de groepen 2 t/m 8

De sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gevolgd door middel van de Kanjertraining.
De toetsresultaten worden in het team besproken op leerling-, groeps- en schoolniveau, zodat er goed in beeld is wat ons te doen staat.
Van alle toetsen wordt een analyse gemaakt zodat hiaten duidelijk in beeld zijn. Hierna komen er naast reguliere doelen van elk vak, ook remediëringsdoelen, welke weggezet worden in de planning. De methodelessen worden daarna uitgebreid met aanbod op maat voor de leerlingen die dat nodig hebben. Na elke les worden de doelen geëvalueerd en kan wat er beheerst wordt, worden afgevinkt. Hiermee stemmen we tot in detail af op de onderwijs-behoefte van elk kind. De intern begeleider begeleidt de leerkrachten hierin.

Ondersteuningsprofiel

De ondersteuning die wij als school kunnen bieden staat beschreven in een ondersteuningsprofiel. Dit profiel sluit aan bij hoe wij werken op de SWS De Kring.

 

Het profiel heeft een indeling die er als volgt uit ziet:

Niveau 0 De leerling heeft voldoende aan het reguliere groepsaanbod.
Niveau 1a De leerling heeft (meer of minder intensieve) ondersteuning nodig binnen een subgroep om de groepsdoelen te kunnen bereiken, cq om voortgang passend bij zijn/haar mogelijkheden te maken.
Niveau 1b De leerling heeft weinig instructie en verwerkingsstof nodig om de groepsdoelen te bereiken. We hebben het hier dus over meer presterende leerlingen die in een subgroep compacten/verrijken.
Niveau 2a Voor deze leerlingen is het niet mogelijk om de groepsdoelen te bereiken, ook niet wanneer die beperkt worden tot minimumdoelen. Voor deze leerlingen wordt een OPP (Ontwikkelings-perspectief Plan) opgesteld met een handelingsplan en een  aangepaste uitstroom richting het VO.
Niveau 2b Voor deze leerlingen zijn de groepsdoelen niet toereikend, ook niet wanneer aan-vullende verrijkingsdoelen worden opge-steld. Het betreft hier meer begaafde of hoogbegaafde leerlingen die aangewezen zijn op versnellen qua aanbod van leerstof en/of versneld doorgaan naar een hogere groep.

 

Het kan zo zijn dat een leerling voor het ene vak (voor een bepaalde periode) in ondersteuningsniveau x zit, en voor een ander vak weer in een ander ondersteuningsniveau valt.
Bij het afronden van een blok door middel van een toets en observatie bekijkt de leerkracht steeds opnieuw op welk niveau een leerling ondersteuning krijgt in de volgende periode. Het spreekt voor zich dat de leerlingen die onder niveau 2a en 2b vallen waarschijnlijk in dit niveau blijven. Voor hen geldt dat er extra aandacht is voor welzijn en persoonlijke groei.

Speciale zorg voor kinderen

Het is de taak van de intern begeleider om alle afgesproken procedures binnen de school op het gebied van zorgverbreding te bewaken. De intern begeleider plant leerling-, groeps-, en schoolbesprekingen en zorgt dat de toetsen op tijd afgenomen en besproken worden. Op onze school werken we volgens vastgestelde procedures die gedurende het schooljaar gepland staan. Wanneer een kind leer- en/of gedragsproblemen vertoont, gaat de leerkracht met de leerling aan de slag. Heeft dit niet het gewenste resultaat, dan volgt er een consultatie bij collega’s en vervolgens bij de intern begeleider.

 

Dan ondernemen we de volgende stappen:

Stap 1:
Eerst wordt gekeken wat er binnen de groep aangeboden kan worden door de eigen leerkracht. Voor leerlingen met extra begeleiding wordt gekeken in welk ondersteunings-profiel het kind valt. Dan wordt bekeken welke behoeftes deze leerling heeft en wordt de leerling ingedeeld in het juiste niveau. Hierin wordt beschreven wat het probleem is en worden er stappen omschreven voor de werkwijze om het kind te begeleiden. Bovendien worden de vorderingen vastgelegd in formulieren die in ons leerlingvolgsysteem ParnasSys worden bewaard, zodat de voortgang gewaarborgd blijft. Na het verstrijken van een vastgestelde periode waarin extra hulp geboden is, wordt de voortgang besproken  door de intern begeleider en de leerkracht. Er wordt dan besloten tot verlenging, aanpassing of beëindiging van de extra hulp. Bovenstaande wordt altijd met ouders kortgesloten. Wanneer de school het wenselijk acht dat een kind thuis van tijd tot tijd oefent, worden hierover met ouders afspraken gemaakt. In deze stap kan besloten worden dat een kind het schooljaar doubleert. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat doubleren alleen nut heeft als er externe factoren meespelen. Leerlingen met achterstanden kunnen in de volgende groep op hun niveau verder leren en op den duur kan er besloten worden om verder te gaan met een individueel programma. Doubleren komt niet veel voor.

Stap 2:
Wanneer er geen verbetering komt, wordt de hulp ingeroepen van de orthopedagoog die verbonden is aan onze school of die verbonden is aan het expertisecentrum. In een gesprek n.a.v. de leerlingbespreking consulteert de leerkracht samen met de intern begeleider deze schoolbegeleider. Met de adviezen en uitkomsten van een dergelijk gesprek werkt de leerkracht verder.

Stap 3:
Levert ook deze inbreng niet het gewenste resultaat, dan kan het kind daarna door school of ouders, eventueel via de zorgverzekeraar, aangemeld worden bij een externe instantie zoals de IJsselgroep. Het kind kan dan worden getest. Uit de test blijkt wat de mogelijkheden voor het kind precies zijn.

Stap 4:
Als laatste bestaat de mogelijkheid om het kind aan te melden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg. Deze commissie beoordeelt aan de hand van de genomen stappen en hulpvraag van de school hoe dit kind het beste geholpen zou kunnen worden. Zij geven toegang tot verwijzing (een beschikking) naar de school voor speciaal (basis) onderwijs (De Klimboom in Emmeloord) of aanmelding bij de Commissie voor Indicatiestelling.
Deze commissie beslist of het kind toelaatbaar is op het speciaal onderwijs (De Optimist in Emmeloord).
In het ondersteuningsprofiel staat in deel 4 beschreven:

  • De ondersteuning van kinderen met extra onderwijsbehoeften als gevolg van auditieve- communicatieve beperkingen.
  • De ondersteuning van kinderen met extra onderwijsbehoeften als gevolg van visuele beperkingen.
  • De ondersteuning van kinderen met extra onderwijsbehoeften als gevolg van lichamelijk en/of motorische beperkingen.
  • De ondersteuning van kinderen met extra onderwijsbehoeften als gevolg van (langdurig) ziekte.
  • De ondersteuning van ZML-kinderen.

De ondersteuningsstructuur van de school staat beschreven in deel 5:

  • Groepsbespreking
  • Leerlingbespreking
  • Afspraken rond het werken met ontwikkelingsperspectieven.

Voor meer informatie omtrent de zorgstructuur verwijzen wij u naar het ondersteuningsdocument van SWS De Kring welke op school in te lezen is.

Qui Volant verrijkingsgroepen

Voor meer presterende- en hoogbegaafde leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8 is er een verrijkingsgroep. Op advies van school kunnen leerlingen aangemeld worden voor deze verrijkingsgroepen. Voor plaatsing vindt een screening, een intakegesprek en een kijkochtend plaats. Op basis hiervan bepaalt de toelatingscommissie wie er wel en niet geplaatst worden.
De verrijkingsgroepen met leerlingen vanuit verschillende basisscholen, komen één dagdeel per week bij elkaar voor een gericht uitdagend programma. Daarnaast krijgen de kinderen huiswerk mee waar zij op school en/of thuis aan werken.

Leerlingen met een handicap

In principe zijn alle kinderen welkom op SWS De Kring, ook als het gaat om kinderen met een handicap. Bij aanmelding van een gehandicapt kind kijken we of verwacht mag worden dat het team deze leerling kan begeleiden zonder dat de leerling en/of de andere leerlingen tekort komen.

 

Plaatsing van kinderen die veel extra zorg en aandacht nodig hebben hangt af van de mogelijkheden en omstandigheden op onze school. Deze omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de samenstelling en de grootte van de groepen zijn niet elk jaar hetzelfde. Daarom wordt altijd goed gekeken of school de gevraagde ondersteuningsbehoefte kan bieden. Kan de school dat, dan is het kind van harte welkom. Is dit niet het geval dan wordt in het samenwerkingsverband (SWV) gezocht naar een passende onderwijsplek.

 

Kinderen met een handicap vallen onder onze speciale leerlingenzorg, dat wil zeggen dat we deze kinderen extra hulp en aandacht willen geven, maar dat we ook van deze kinderen accepteren dat ze niet op dezelfde manier en in hetzelfde tempo als de andere kinderen kunnen leren. Dat betekent dat het eindniveau van deze kinderen in veel gevallen lager zal liggen dan dat van de gemiddelde leerling aan het eind van groep 8.

 

Regionale expertise centra (REC’s), gespecialiseerd in het onderwijs aan kinderen met een beperking, ondersteunen ons in de begeleiding van deze kinderen. Na afloop van een bepaalde periode, en altijd in overleg met de ouders, wordt bekeken of er voor het kind nog voldoende mogelijkheden op onze school zijn. Verwijzing naar b.v. een school voor speciaal onderwijs in de toekomst, wordt dan ook nooit bij voorbaat uitgesloten.